Kaatsclub Op & Over Grimminge

Utility Link | Utility Link | Utility Link
Bestuur | Historiek | Hoofdsponsors | Contact & terrein |
Teams & kalenders | Historiek | Spelregels |
Historiek | Spelregels |

One Wall

One-Wall? Wat is dat?

Muurkaatsen of "one-wall handball" is op zijn simpelst gezegd squash op een baan met alleen een frontmuur, waarbij de bal in plaats van met een racket met de hand of vuist wordt geslagen.

Oorsprong en evolutie

Muurkaatsen wordt rondom op de wereld gespeeld. Dat is niet zo vreemd. Je hebt er niet veel voor nodig en het is bovendien een flitsend spelletje.

One-Wall Handball wordt tegenwoordig veel gespeeld in de Verenigde Staten, waar het vooral een buitensport is. Alleen al in New York vind je meer dan 2500 kaatsbanen.

In Europa wordt 1-wall in een 8-tal landen in georganiseerd verband beoefend: België, Frankrijk, Engeland, Wales, Ierland, Italië, Spanje en Nederland.

One-wall handball wordt gespeeld binnen alle internationale kaatsorganisaties: de CIJB waar de KNK bij is aangesloten, de Baskische koepelorganisatie FIPV en de WHC, waarin de Angelsaksische landen zijn verenigd. Ook de Engelse Fives-organisaties zijn regelmatig op internationale toernooien present. Ook in een aantal landen zonder kaatstraditie is het spelletje "ontdekt" en wordt het enthousiast beoefend.

Accomodaties

Er zijn genoeg mogelijkheden waar zonder al te veel kosten kaatsbanen kunnen worden gerealiseerd. In vrijwel elk stad is wel een sportzaal of sporthal te vinden waar met eenvoudige aanpassingen kaatsbanen kunnen worden gerealiseerd. Eén vrije binnen- of buitenmuur van ruim 6 meter, de juiste belijning aanbrengen en er kan worden gespeeld. Om het spelletje eens uit te proberen moet je maar wat creatief zijn met afmetingen, spelregels en materiaal.

Materiaal

Wat heb je nodig voor dit spelletje? Rubberen ballen, kaatswanten en een veiligheidsbril. De laatste twee kun je eventueel wel zonder.

Het belangrijkste zijn natuurlijk de ballen. Bij het muurkaatsen worden zachte rubberen ballen gebruikt, die behoorlijk goed stuiten.

Een groot verschil met het tradionele Belgische kaatsspel is, dat bij muurkaatsen 2 handschoenen worden gedragen. Omdat het spel sneller is en de afstanden korter, wordt je vaker gedwongen om met je zwakke hand te spelen. De handschoenen voorkomen dat je handen geïrriteerd raken door het rubber en bovendien voorkom je dat de ballen nat worden van het zweet. Ze geven ook enige bescherming als je met je handen in aanraking komt met de baan.

Bij het muurkaatsen is het aanbevolen om je ogen te beschermen met een sportbril. In het vuur van het spel loop je gemakkelijk een blessure op door een hand of elleboog van een tegenstander of medespeler.

Techniek en tactiek

De opslag

De variatie in techniek bij het muurkaatsen is groot. De opslag mag zowel onderhands, bovenhands als zijwaarts worden uitgevoerd, naar keuze met de open hand of met de vuist. De meeste spelers kiezen voor een diepe opslag, maar ook een opslag waarbij de bal vlak over korte lijn scheert, kan effectief zijn. Met variatie in snelheid en plaatsing voorkom je dat de tegenstander grip op je serve krijgt. Door de zwakke hand van je tegenstander te bestoken, creëer je voor je zelf een voordeel, zowel bij de serve als in de rally.

De return

De return op de serve speel je het beste diep en hoog. Je voorkomt daarmee dat de serveerder je return kan afstraffen met een lage bal (het zogenaamde kill-shot) én je hebt zelf tijd om een gunstige positie in het veld in te nemen. De gunstigste positie is altijd het centrum van het speelveld, terwijl je probeert je tegenstander daar vandaan te houden of te krijgen.

De winner

Om een rally af te maken zijn een aantal technieken beschikbaar:
Het kill-shot, laag op de muur, waarbij je het best een zijwaartse slag kunt gebruiken. Deze techniek gebruik je wanneer de tegenstander de bal laag heeft geplaatst, maar je kunt een hoge bal ook zover laten "zakken" dat je deze slag kunt benutten.
Een andere mogelijkheid is de lob. Wanneer de tegenstander zo dicht bij de muur staat dat hij/zij een bal in het achterveld normaliter niet meer kan belopen, dan kan een onder- of bovenhands uitgevoerde lob een krachtig wapen zijn.
Wanneer één van de zijkanten van het veld open ligt, dan is een harde passeerslag, zijwaarts of onderhands uitgevoerd doorgaans een prima "winner".
Een door de tegenstander zwak gespeelde, langzame bal maak je het beste af met een smash-achtige slag.

De taakverdeling

Bij het dubbelspel is het een voordeel om met een rechts- en linkshandige speler in het veld te staan. De linkshandige bestrijkt daarbij de rechterkant van het veld en de rechtshandige de linkerkant. Je kunt dan de meeste ballen met de sterkste hand spelen. En: spreek goed af wie welk deel van het veld bestrijkt.

De duik

Als noodgreep zul je af en toe naar een bal moeten duiken. Probeer daarbij te voorkomen dat je hardhandig met knieen, elleboog, pols of heup op het speelveld terecht komt. Dat kan door altijd drie steunpunten te houden: je tenen en een hand die je ter hoogte van je borst onder je lichaam plaatst.

Het trainen van je zwakke hand

Je ontkomt er niet aan: bij one-wall handball moet je geregeld je zwakke, minder ontwikkelde hand gebruiken. In het begin zal dat best lastig zijn, maar zoals bij elke technische sport baart ook hier oefening kunst. Het afwisselend spelen van de bal met links en rechts, waarbij je de slag met je zwakke hand steeds spiegelt aan de slag met je sterke hand, is een prima oefening. Het voetenwerk is daarbij belangrijk: sla je met links dan sta je met rechts voor en andersom. Zolang je zwakke hand nog minder ontwikkeld is, kun je daarmee het beste een verdedigende slag proberen te slaan: de bal hoog op de muur brengen.

About Us | Site Map | Privacy Policy | Contact Us | ©2003 Company Name